Vertalingen hard werken NL>FR
hard werken (ww.) | besogner (ww.) ; peiner (ww.) ; surmener (ww.) ; trimer (ww.) |
hard werken | travailler dur |
Bronnen: interglot; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `hard werken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanpotenNL: afbeulenNL: ezelenNL: flink aanpakkenNL: kapotwerkenNL: pezenNL: sloven